Interview met Zelda la Grange:
‘Actief
burgerschap begint bij jezelf’
Jarenlang was ze Nelson Mandela’s steun en toeverlaat. De lessen die ze
van hem heeft geleerd, hebben haar leven voorgoed veranderd. Maar inmiddels
heeft Zelda la Grange haar eigen stem gevonden.
Bijna twintig jaar lang was Zelda la
Grange Nelson Mandela’s persoonlijke assistente. Ze werkte als typiste in het
kantoor van de staatspresident toen Nelson Mandela in mei 1994 werd beëdigd als
eerste zwarte president van Zuid-Afrika. Toen hij in 1998 aftrad, bleef ze bij
hem in dienst. Ze beheerde zijn agenda, waakte over zijn gezondheid, onderhield
het contact met popsterren en regeringsleiders, en reisde samen met hem de hele
wereld rond.
Dat ze het zo goed met elkaar konden
vinden, lag niet direct voor de hand. La Grange is afkomstig uit een
conservatief Afrikaner milieu. Ze is niet bang om ervoor uit te komen dat ze in
haar jonge jaren een racist was. Maar Mandela zag al snel haar kwaliteiten:
haar onvoorwaardelijke trouw, haar efficiency en haar gevoel voor humor. En hij
besefte de kracht van het beeld van zo’n regte
Boeremeisie aan zijn zij.
‘Madiba wilde laten zien dat hij inclusiviteit
belangrijk vond’, verduidelijkt La Grange tijdens een bliksembezoek aan
Nederland, waarbij ze ook het Zuid-Afrikahuis aandoet. ‘Hij práátte er niet
alleen over. Hij paste het ook toe in zijn kring van naaste medewerkers. We
hebben er nooit over gesproken. Maar ik merkte het toen Madiba me een keer had
gevraagd om de tekst van een toespraak voor hem op het podium neer te leggen.
Er was enorm veel publiek en ik was erg verlegen, dus ik vroeg één van de
lijfwachten om het te doen. Na zijn toespraak riep Madiba me bij zich en zei: “I
want people to see that you are next to me”. Op dat moment besefte ik dat hij
wilde laten zien dat het mogelijk was: dat we kónden samenwerken, en dat ook de
Afrikaners, die verantwoordelijk waren geweest voor wat er in het verleden was
gebeurd, welkom waren in het nieuwe Zuid-Afrika. Toen begreep ik dat dit
misschien wel zijn doel met mij was.’
Op zaterdag 30 september was Zelda la Grange te gast bij het Zuid-Afrikahuis in Amsterdam. / Foto: Maurice Jorissen |
Levenslessen
De ontdekking dat de man die ze
altijd als terrorist had beschouwd, in werkelijkheid zo’n wijs en beschaafd
mens was, zette La Grange’s wereldbeeld op zijn kop. Achteraf is ze blij dat ze
indertijd nog maar 24 jaar oud was en haar opinies nog niet zo sterk waren
gevormd.
Wat haar, als telg uit een streng religieus
gezin, vooral dwarszat, was de theologische legitimering van de apartheid. Op
advies van een collega maakte ze een afspraak met ds. Beyers Naudé, die zich in
de jaren 60 als één van de eerste prominente Afrikaners tegen de apartheid had
gekeerd. Hoe kon het dat hij wél in opstand was gekomen, en zij niet? ‘Hij kon
zien hoe ik met die vraag worstelde’, herinnert La Grange zich, ‘en hij zei: “Voel
je maar niet schuldig. Het feit dat je naar me toe bent gekomen om erover te
praten, is al een stap in de goede richting.” Toen ik bij hem wegging, had ik
vrede in mijn hart. Zo was het nu eenmaal geweest. Ik had onder ogen gezien dat
ik zo gevormd was. Ik zou nooit meer teruggaan naar het verleden, naar mijn
oude manier van denken. De vraag was: wat doe ik met de toekomst?’
La Grange moest niet alleen
emotioneel en spiritueel omschakelen. Als eenvoudige tikster miste ze de savoir vivre die nodig was om zich in de
wereld waarin Mandela haar binnenleidde, staande te houden. Zo moest ze bij de
etiquetteboeken van Emsie Schoeman te rade gaan om te weten welk bestek ze
tijdens een staatsbanket moest gebruiken. Gelukkig had ze steun aan de
president zelf. Mandela gaf haar in het geheim hints, fluisterde haar af en toe
iets in het Afrikaans toe en moedigde haar aan om vragen te stellen. ‘Hij was
geduldig en hield ervan om me alles uit te leggen. Dat het zo makkelijk ging,
zegt niets over mij. Het zegt iets over hém, over de mens die hij was.’
Over de belangrijkste levensles die ze
van Mandela heeft geleerd, hoeft La Grange niet lang na te denken. ‘Respect. Of
iemand nu arm is of rijk, het zijn mensen.
Vroeger had ik mijn oordeel meteen klaar. Ik had zoveel vooroordelen! Maar mijn
ervaring met Madiba heeft me geleerd om die los te laten, me alleen te richten
op de persoon tegenover me en erop te vertrouwen dat ieder mens inherent goed
is.’
‘Dis Zelda wat praat’
In 2014 publiceerde La Grange Good Morning, Mr Mandela, haar
persoonlijke herinneringen aan de man die ze ‘Kulu’ (grootvader) noemde. Sindsdien
reist ze de wereld rond als motivational
speaker. Ze vertelt over haar leven, de verandering die ze als persoon
heeft doorgemaakt en de lessen die Mandela haar heeft geleerd. Ook doet ze af
en toe nog projecten voor de Nelson Mandela-stichting, zoals het organiseren
van de jaarlijkse Nelson Mandeladag (18 juli). ‘Wat ik heb meegemaakt, is uniek.
Hoe kan ik na hém ooit voor een andere baas werken? Je gaat automatisch vergelijken,
wat onrechtvaardig is tegenover die nieuwe persoon.’ Ze mist het dat ze Mandela
niet meer kan bellen voor advies. En ze heeft gemerkt dat het veel makkelijker
is om voor iemand anders te zorgen dan voor jezelf. ‘Madiba kon geen nee zeggen.
Maar ik had er geen enkele moeite mee om namens hem nee te zeggen. Nu heb ik
niemand die namens míj nee zegt…’
Sinds Mandela’s overlijden in
december 2013 heeft La Grange zich ontpopt als een activiste in eigen recht. ‘Ik
ben me steeds meer gaan realiseren dat ik een verantwoordelijkheid heb. Ik ben
zo gezegend met de invloed van deze man in mijn leven, hoe kan ik zwijgen?’ Ze
zet zich onder meer in voor de strijd tegen corruptie, de R2K-campagne en 16
Days of Activism for No Violence to Women and Children. ‘Je kunt niet altijd
alles maar aan anderen overlaten. Actief burgerschap begint bij jezelf. Niet
alleen bij wat je zégt, maar ook bij wat je dóet. Ik probeer met mijn eigen
leven een voorbeeld te stellen.’
Toch wil La Grange zich niet aan
specifieke organisaties binden. ‘Ik heb bij Madiba gezien dat het beter is om wat
afstand te bewaren. Een idee mag in het begin fantastisch klinken, maar je weet
niet waar het eindigt. Ik wil me ook niet bij één politieke partij aansluiten.
Vanuit mijn huidige positie kan ik precies zeggen wat ik denk.’ Ze heeft niet
de pretentie dat ze met haar activisme het ideeëngoed van Nelson Mandela
doorgeeft. ‘Ik denk niet dat ik mezelf ooit helemaal van hem zal kunnen losmaken.
Dat wil ik ook niet. Maar dis Zelda la
Grange wat praat.’
Haar activisme wordt haar niet altijd
in dank afgenomen. Toen president Jacob Zuma in 2015 de komst van Jan van
Riebeeck in 1652 het begin van Zuid-Afrika’s problemen noemde, mat La Grange
zich op Twitter de geuzennaam ‘Zelda van Riebeeck’ aan, wat tot zware kritiek
uit het ANC-kamp leidde. Meer geregeld komen de aanvallen van conservatieve Afrikaners.
‘Ik beschouw mezelf in de eerste plaats als een Zuid-Afrikaan en in de tweede
plaats als een Afrikaner’, zegt La Grange stellig. Maar de jaren met Nelson
Mandela hebben haar een bredere kijk op de Zuid-Afrikaanse samenleving gegeven
dan veel mede-Afrikaners. Hun commentaar schrikt haar niet af. Ze heeft wel
geleerd van de rel uit 2015. ‘Je moet opletten hoe je je boodschap verpakt. Ik
wil mensen niet vertellen wat ze moeten doen. Ik vertel ze wat ik doe. Ik probeer dicht bij mezelf te
blijven.’
Foto: Hans Mooren |
Afrikaans een zaak van het hart
Ondanks de soms felle kritiek voelt
La Grange zich nog steeds thuis binnen de Afrikaner gemeenschap. ‘Ik droom in
het Afrikaans, ik heb lief in het Afrikaans, dat is wie ik ben.’
Over de toekomst van het Afrikaans maakt
ze zich geen zorgen. ‘Totaal niet! De meest succesvolle muziekindustrie in
Zuid-Afrika is Afrikaans. De meeste kunstefeeste
zijn Afrikaans. Ik praat elke dag Afrikaans. Ik lees Afrikaans. Ik kijk
Afrikaans. Veel talen die groter zijn dan het Afrikaans, hebben dat allemaal niet.
Met die strijd voor behoud van het Afrikaans rakel je sentimenten op die beter
met rust gelaten kunnen worden.’
De verengelsing van het onderwijs
vindt La Grange geen slechte ontwikkeling. Zelf leerde ze pas op haar 23e
vlot Engels spreken en ze heeft het gevoel dat haar Afrikaanstalige opleiding
haar onvoldoende heeft voorbereid op een internationale loopbaan. ‘Ik zeg niet
dat je je identiteit moet opgeven. Maar wel: “Kijk vooruit, denk aan de
toekomst!” Ik heb veel vrienden die hun kinderen naar een Engelse school sturen
en die thuis Afrikaans spreken. Als ik die kinderen zie, denk ik: de wereld
ligt voor jullie open. Of het Afrikaans overleeft, is onze eigen
verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid van de ouders. Het is een zaak van
het hart. Ik ben trots op mijn taal en zal hem nooit opgeven.’
Foto: Hans Mooren |
‘Niet ophouden met hopen’
De laatste jaren begint Nelson
Mandela’s te verbleken. Veel zwarte jongeren die na de apartheid zijn geboren
vinden dat hij vooral de blanken tevreden heeft willen stellen en te weinig
heeft gedaan voor zijn eigen mensen.
Volgens La Grange was Nelson Mandela echter
de juiste man voor zijn tijd. ‘Als hij destijds niet voor verzoening had
gekozen, zouden wij Zuid-Afrika platgebrand hebben. De militaire macht berustte
in die eerste jaren nog bij de Afrikaners. Was er een burgeroorlog uitgebroken,
dan waren onder de zwarte Zuid-Afrikanen de meeste slachtoffers gevallen. Hij
heeft gedaan wat op dat moment nodig was.’
Ze is ervan overtuigd dat een regenboognatie
nog steeds haalbaar is. ‘Helaas hebben we op dit moment niet de juiste leiders
om ons dat voorbeeld te geven. Iedereen is boos, maar we zijn boos op de
verkeerde mensen. We zijn boos op elkaar. Terwijl we eigenlijk boos moeten zijn
op de mensen die niet de weg van de regenboognatie gekozen hebben, maar de weg
van corruptie.’
Die corruptie is wat La Grange in het
huidige Zuid-Afrika vooral zorgen baart. Ze denkt daarbij niet alleen aan de
corruptie van president Zuma en zijn trawanten. De corruptie is inmiddels
doorgedrongen in het hele openbare leven. Elk individu heeft volgens La Grange de
verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat corruptie in zijn eigen beperkte
invloedssfeer geen kans krijgt. ‘In onze eigen omgeving kunnen we een verschil
maken. Madiba geloofde: hoe ík me opstel, heeft invloed op de mensen om me
heen. Zo heeft hij de wereld veranderd. Is dat zo moeilijk? Nee! Het is niet
altijd prettig, want iemand anders krijgt iets misschien sneller voor elkaar
omdat hij wél omkoopgeld betaalt. Ik ben daarentegen voortdurend aan het
vechten. Maar aan het einde van de dag ga ik met een schoon geweten slapen. En
als ik de moed begin te verliezen, denk ik aan Madiba, die 18 jaar in een cel
op Robbeneiland heeft doorgebracht. Dan vergeet ik mijn kleine problemen. Er
zijn mensen die veel erger hebben meegemaakt. Je mag niet ophouden te hopen.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten