zaterdag 25 december 2021

Miriam Mannak, kan het waar zijn?

Op Eerste Kerstdag 2021 bereikte mij het bericht dat Miriam Mannak overleden is. Tot zover komt het nieuws uit één bron, en het zal nog heel vaak bevestigd moeten worden voordat ik het kan geloven.

Miriam en ik ontmoetten elkaar in 2015 in Kaapstad. Ik interviewde haar tijdens een ontbijt bij The Blue Café voor een serie over Nederlandse correspondenten in Maandblad Zuid-Afrika. Ik was onmiddellijk onder de indruk van haar energie, haar onafhankelijkheid, haar professionaliteit als journalist en betrokkenheid als mens. Van haar liefde voor Zuid-Afrika, het land van haar keuze, en van de moed en passie waarmee ze elke berg aandurfde. Toen ik in 2019 in het ziekenhuis lag, stuurde ze me een lange reeks stemberichten. Daardoor leerde ik een andere kant van haar kennen: ze had niet alleen een fenomenale kracht, maar ook een heel klein hartje. 

Mijn gedachten gaan uit naar haar ouders, hier in Nederland, naar Mo en de kinderen in Kaapstad, en naar dat kleine meisje uit Philippi East dat nog maar een dag of tien geleden haar moeder is kwijtgeraakt en voor wie Miriam zoveel wilde doen. Diep respect voor wie je was, Miriam. Wat een verlies voor de wereld.  


Miriam Mannak


 ‘Kijk om je heen. Kaapstad is zó mooi!’

De Nederlandse journaliste Miriam Mannak timmert aan de weg. Vanaf het begin van haar journalistieke loopbaan in 2002 heeft ze al voor meer dan zeventig verschillende opdrachtgevers gewerkt. Sinds ze in 2004 in Kaapstad is komen wonen, legt ze zich vooral toe op onderwerpen uit zuidelijk Afrika, van politiek en financieel-economisch nieuws tot maatschappelijke thema’s en milieu. Nederland kan haar onder meer kennen van haar bijdragen voor de Wereldomroep, De Persdienst, Vrij Nederland, Het Financieele Dagblad, Metro en Spits. In Vlaanderen verschenen er al artikelen van haar hand in De Tijd en De Gazet van Antwerpen. Maar Mannak werkt niet alleen in het Nederlands. Zestig procent van haar stukken schrijft ze in het Engels. In Zuid-Afrika publiceert ze onder meer in de Cape Times, Business Day, de Financial Mail en Leadership Magazine. En inmiddels prijkte haar naam ook al bij verhalen in internationale media als Forbes Africa en de in-flight magazines van Emirates. Daarnaast werkt ze ook als copywriter en fotograaf.

 

Kind in Afrika

Eigenlijk voelt Mannak zich in Afrika meer thuis dan in Nederland, haar geboorteland. In 1980, toen ze drie jaar oud was, werd haar vader, die voor Heineken werkte, overgeplaatst en vertrok Miriam met haar ouders naar Angola. Vanwege de oorlog in Angola verhuisde het jonge gezin drie jaar later naar Rwanda. Daar heeft ze ‘de meest geweldige jeugd’ gehad, herinnert ze zich, ‘heel erg vrij, altijd buiten’. De Mannaks woonden in een bungalow aan de oever van het Kivumeer. In de tuin groeiden avocado’s, granaatappels, maracuja’s en guaves.

In 1989, toen het voor Miriam tijd werd om naar de middelbare school te gaan, keerde het gezin terug naar Nederland. ‘Dat was raar’, vertelt Mannak. ‘Ik denk niet dat ik me realiseerde dat we echt weg gingen. Mijn ouders hadden het wel verteld, maar het beseffen is iets heel anders.’ De eerste jaren in Nederland waren moeilijk. ‘Ik was Nederlandse, maar het voelde alsof ik niet als zodanig werd geaccepteerd’, zegt ze achteraf. Op de basisschool in Rwanda had ze in het Frans les gehad, waardoor ze Nederlands sprak met een Frans accent. En haar spreekbeurten gingen niet over paarden, maar over berggorilla’s. Het werd makkelijker toen haar ouders na een paar jaar naar Gabon vertrokken en Miriam op een internaat belandde waar nog meer kinderen zaten die net als zij in het buitenland waren opgegroeid. ‘Soms denk ik wel eens dat het makkelijker is om van je eigen land naar een ander land te gaan, dan van een ander land na een paar jaar weer terug’, concludeert ze.

 

Land in beweging

Na de middelbare school volgde Mannak eerst een opleiding journalistiek; daarna studeerde ze Amerikanistiek en Internationale Ontwikkelingsstudies. Ondanks de goede band met haar familie in Nederland was het haar al snel duidelijk dat ze terug wilde naar Afrika. Toen ze via het mediaprogramma van het Nederlands Instituut voor Zuidelijk Afrika zes maanden bij de Cape Times kon gaan werken, greep ze die kans dan ook met beide handen aan. Na een paar maanden in Kaapstad wist ze dat ze niet meer terug zou gaan naar Nederland, ‘not any time soon.

Inmiddels heeft ze zich ontwikkeld tot een doorgewinterde journalist. Ogen en oren wijd open, papier en pen in de aanslag, altijd op zoek naar verhalen. Voor een journalist is Zuid-Afrika een fascinerend land, vindt Mannak. ‘Het is een land in beweging. Een land dat eigenlijk nog maar twintig jaar oud is. Een land op zoek naar zijn identiteit. Sommige mensen zijn nog met het verleden bezig, en tegelijk zie je een jonge generatie die gewoon dóór wil. Het is leuk om te zien dat mensen steeds meer kleurenblind worden.’

De historische banden met Nederland vindt Mannak ook interessant, al hebben die, wat haar betreft, niets met het huidige Zuid-Afrika te maken. ‘Het is een stempel dat Nederland lang geleden hier heeft achtergelaten en dat nog steeds zichtbaar is, meer niet. Maar het is voor Nederlandse bezoekers natuurlijk wel erg leuk dat je in Kaapstad een Heerengracht, een Buitengracht en een Dorpstraat kunt tegenkomen.’

Ach, maar eigenlijk hoeft ze ook helemaal niet uit te leggen waarom ze hier zo graag woont en werkt. ‘Kijk om je heen. Kaapstad is zó mooi!’

 

Voortvarende burgerij

Mannak betreurt het dat in de Zuid-Afrikaanse media, en ook internationaal, vooral het slechte nieuws wordt benadrukt. Natuurlijk moeten de problemen benoemd worden. Maar de stroom negatieve berichten heeft op veel Zuid-Afrikanen een verlammend effect. ‘Terwijl je hier ook veel mensen hebt die er alles aan doen om hun straat, hun wijk beter te maken’, weet Mannak. ‘Hun verhalen kunnen andere Zuid-Afrikanen weer inspireren.’ In haar eigen artikelen spreekt Mannak geregeld zware onderwerpen als vrouwenmishandeling, aids of misdaad aan, maar ze probeert altijd iemand te vinden die iets positiefs te vertellen heeft. ‘Anders ontstaat er een beeld dat alleen maar negatief is, en ik denk dat dát ook niet objectief is.’

Mannak geeft toe dat het feit dat zoveel burgers zich geroepen voelen om zelf initiatief te nemen, symptomatisch is voor een falende overheid. ‘Maar het laat wel zien dat een heleboel Zuid-Afrikanen niet bij de pakken neer gaan zitten. “’n Boer maak ’n plan”, zeggen ze hier, en dat geldt voor de hele bevolking.’

Ook een verontrustende ontwikkeling als de toenemende inperking van de vrijheid van de media ondervindt de nodige tegenkanting vanuit de bevolking. ‘Gelukkig hebben we hier in Zuid-Afrika een actieve civil society. Als het gaat om mediavrijheid, doet Right2Know geweldig werk. En ik weet niet of Zuid-Afrika wel het grootste antiretrovirale programma ter wereld had gehad – 3 miljoen mensen krijgen gratis aidsremmers – zonder de Treatment Action Campaign.’

Het zijn organisaties als Right2Know, TAC, Sonke Gender Justice en Section 27, evenals het functioneren van het Constitutionele Hof en het optreden van Public Protector Thuli Madonsela die Mannak hoop geven voor Zuid-Afrika’s toekomst.


Dit interview is in augustus 2015 verschenen in Maandblad Zuid-Afrika.