Posts tonen met het label Goedemorgen meneer Mandela. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Goedemorgen meneer Mandela. Alle posts tonen

donderdag 21 december 2017

Interview met Zelda la Grange:

‘Actief burgerschap begint bij jezelf’

Jarenlang was ze Nelson Mandela’s steun en toeverlaat. De lessen die ze van hem heeft geleerd, hebben haar leven voorgoed veranderd. Maar inmiddels heeft Zelda la Grange haar eigen stem gevonden.

Bijna twintig jaar lang was Zelda la Grange Nelson Mandela’s persoonlijke assistente. Ze werkte als typiste in het kantoor van de staatspresident toen Nelson Mandela in mei 1994 werd beëdigd als eerste zwarte president van Zuid-Afrika. Toen hij in 1998 aftrad, bleef ze bij hem in dienst. Ze beheerde zijn agenda, waakte over zijn gezondheid, onderhield het contact met popsterren en regeringsleiders, en reisde samen met hem de hele wereld rond.
Dat ze het zo goed met elkaar konden vinden, lag niet direct voor de hand. La Grange is afkomstig uit een conservatief Afrikaner milieu. Ze is niet bang om ervoor uit te komen dat ze in haar jonge jaren een racist was. Maar Mandela zag al snel haar kwaliteiten: haar onvoorwaardelijke trouw, haar efficiency en haar gevoel voor humor. En hij besefte de kracht van het beeld van zo’n regte Boeremeisie aan zijn zij.
‘Madiba wilde laten zien dat hij inclusiviteit belangrijk vond’, verduidelijkt La Grange tijdens een bliksembezoek aan Nederland, waarbij ze ook het Zuid-Afrikahuis aandoet. ‘Hij práátte er niet alleen over. Hij paste het ook toe in zijn kring van naaste medewerkers. We hebben er nooit over gesproken. Maar ik merkte het toen Madiba me een keer had gevraagd om de tekst van een toespraak voor hem op het podium neer te leggen. Er was enorm veel publiek en ik was erg verlegen, dus ik vroeg één van de lijfwachten om het te doen. Na zijn toespraak riep Madiba me bij zich en zei: “I want people to see that you are next to me”. Op dat moment besefte ik dat hij wilde laten zien dat het mogelijk was: dat we kónden samenwerken, en dat ook de Afrikaners, die verantwoordelijk waren geweest voor wat er in het verleden was gebeurd, welkom waren in het nieuwe Zuid-Afrika. Toen begreep ik dat dit misschien wel zijn doel met mij was.’

Op zaterdag 30 september was Zelda la Grange te gast
bij het Zuid-Afrikahuis in Amsterdam. / Foto: Maurice Jorissen


Levenslessen
De ontdekking dat de man die ze altijd als terrorist had beschouwd, in werkelijkheid zo’n wijs en beschaafd mens was, zette La Grange’s wereldbeeld op zijn kop. Achteraf is ze blij dat ze indertijd nog maar 24 jaar oud was en haar opinies nog niet zo sterk waren gevormd.
Wat haar, als telg uit een streng religieus gezin, vooral dwarszat, was de theologische legitimering van de apartheid. Op advies van een collega maakte ze een afspraak met ds. Beyers Naudé, die zich in de jaren 60 als één van de eerste prominente Afrikaners tegen de apartheid had gekeerd. Hoe kon het dat hij wél in opstand was gekomen, en zij niet? ‘Hij kon zien hoe ik met die vraag worstelde’, herinnert La Grange zich, ‘en hij zei: “Voel je maar niet schuldig. Het feit dat je naar me toe bent gekomen om erover te praten, is al een stap in de goede richting.” Toen ik bij hem wegging, had ik vrede in mijn hart. Zo was het nu eenmaal geweest. Ik had onder ogen gezien dat ik zo gevormd was. Ik zou nooit meer teruggaan naar het verleden, naar mijn oude manier van denken. De vraag was: wat doe ik met de toekomst?’
La Grange moest niet alleen emotioneel en spiritueel omschakelen. Als eenvoudige tikster miste ze de savoir vivre die nodig was om zich in de wereld waarin Mandela haar binnenleidde, staande te houden. Zo moest ze bij de etiquetteboeken van Emsie Schoeman te rade gaan om te weten welk bestek ze tijdens een staatsbanket moest gebruiken. Gelukkig had ze steun aan de president zelf. Mandela gaf haar in het geheim hints, fluisterde haar af en toe iets in het Afrikaans toe en moedigde haar aan om vragen te stellen. ‘Hij was geduldig en hield ervan om me alles uit te leggen. Dat het zo makkelijk ging, zegt niets over mij. Het zegt iets over hém, over de mens die hij was.’
Over de belangrijkste levensles die ze van Mandela heeft geleerd, hoeft La Grange niet lang na te denken. ‘Respect. Of iemand nu arm is of rijk, het zijn mensen. Vroeger had ik mijn oordeel meteen klaar. Ik had zoveel vooroordelen! Maar mijn ervaring met Madiba heeft me geleerd om die los te laten, me alleen te richten op de persoon tegenover me en erop te vertrouwen dat ieder mens inherent goed is.’

‘Dis Zelda wat praat’
In 2014 publiceerde La Grange Good Morning, Mr Mandela, haar persoonlijke herinneringen aan de man die ze ‘Kulu’ (grootvader) noemde. Sindsdien reist ze de wereld rond als motivational speaker. Ze vertelt over haar leven, de verandering die ze als persoon heeft doorgemaakt en de lessen die Mandela haar heeft geleerd. Ook doet ze af en toe nog projecten voor de Nelson Mandela-stichting, zoals het organiseren van de jaarlijkse Nelson Mandeladag (18 juli). ‘Wat ik heb meegemaakt, is uniek. Hoe kan ik na hém ooit voor een andere baas werken? Je gaat automatisch vergelijken, wat onrechtvaardig is tegenover die nieuwe persoon.’ Ze mist het dat ze Mandela niet meer kan bellen voor advies. En ze heeft gemerkt dat het veel makkelijker is om voor iemand anders te zorgen dan voor jezelf. ‘Madiba kon geen nee zeggen. Maar ik had er geen enkele moeite mee om namens hem nee te zeggen. Nu heb ik niemand die namens míj nee zegt…’
Sinds Mandela’s overlijden in december 2013 heeft La Grange zich ontpopt als een activiste in eigen recht. ‘Ik ben me steeds meer gaan realiseren dat ik een verantwoordelijkheid heb. Ik ben zo gezegend met de invloed van deze man in mijn leven, hoe kan ik zwijgen?’ Ze zet zich onder meer in voor de strijd tegen corruptie, de R2K-campagne en 16 Days of Activism for No Violence to Women and Children. ‘Je kunt niet altijd alles maar aan anderen overlaten. Actief burgerschap begint bij jezelf. Niet alleen bij wat je zégt, maar ook bij wat je dóet. Ik probeer met mijn eigen leven een voorbeeld te stellen.’
Toch wil La Grange zich niet aan specifieke organisaties binden. ‘Ik heb bij Madiba gezien dat het beter is om wat afstand te bewaren. Een idee mag in het begin fantastisch klinken, maar je weet niet waar het eindigt. Ik wil me ook niet bij één politieke partij aansluiten. Vanuit mijn huidige positie kan ik precies zeggen wat ik denk.’ Ze heeft niet de pretentie dat ze met haar activisme het ideeëngoed van Nelson Mandela doorgeeft. ‘Ik denk niet dat ik mezelf ooit helemaal van hem zal kunnen losmaken. Dat wil ik ook niet. Maar dis Zelda la Grange wat praat.
Haar activisme wordt haar niet altijd in dank afgenomen. Toen president Jacob Zuma in 2015 de komst van Jan van Riebeeck in 1652 het begin van Zuid-Afrika’s problemen noemde, mat La Grange zich op Twitter de geuzennaam ‘Zelda van Riebeeck’ aan, wat tot zware kritiek uit het ANC-kamp leidde. Meer geregeld komen de aanvallen van conservatieve Afrikaners. ‘Ik beschouw mezelf in de eerste plaats als een Zuid-Afrikaan en in de tweede plaats als een Afrikaner’, zegt La Grange stellig. Maar de jaren met Nelson Mandela hebben haar een bredere kijk op de Zuid-Afrikaanse samenleving gegeven dan veel mede-Afrikaners. Hun commentaar schrikt haar niet af. Ze heeft wel geleerd van de rel uit 2015. ‘Je moet opletten hoe je je boodschap verpakt. Ik wil mensen niet vertellen wat ze moeten doen. Ik vertel ze wat ik doe. Ik probeer dicht bij mezelf te blijven.’

Foto: Hans Mooren

Afrikaans een zaak van het hart
Ondanks de soms felle kritiek voelt La Grange zich nog steeds thuis binnen de Afrikaner gemeenschap. ‘Ik droom in het Afrikaans, ik heb lief in het Afrikaans, dat is wie ik ben.’
Over de toekomst van het Afrikaans maakt ze zich geen zorgen. ‘Totaal niet! De meest succesvolle muziekindustrie in Zuid-Afrika is Afrikaans. De meeste kunstefeeste zijn Afrikaans. Ik praat elke dag Afrikaans. Ik lees Afrikaans. Ik kijk Afrikaans. Veel talen die groter zijn dan het Afrikaans, hebben dat allemaal niet. Met die strijd voor behoud van het Afrikaans rakel je sentimenten op die beter met rust gelaten kunnen worden.’
De verengelsing van het onderwijs vindt La Grange geen slechte ontwikkeling. Zelf leerde ze pas op haar 23e vlot Engels spreken en ze heeft het gevoel dat haar Afrikaanstalige opleiding haar onvoldoende heeft voorbereid op een internationale loopbaan. ‘Ik zeg niet dat je je identiteit moet opgeven. Maar wel: “Kijk vooruit, denk aan de toekomst!” Ik heb veel vrienden die hun kinderen naar een Engelse school sturen en die thuis Afrikaans spreken. Als ik die kinderen zie, denk ik: de wereld ligt voor jullie open. Of het Afrikaans overleeft, is onze eigen verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid van de ouders. Het is een zaak van het hart. Ik ben trots op mijn taal en zal hem nooit opgeven.’

Foto: Hans Mooren

‘Niet ophouden met hopen’
De laatste jaren begint Nelson Mandela’s te verbleken. Veel zwarte jongeren die na de apartheid zijn geboren vinden dat hij vooral de blanken tevreden heeft willen stellen en te weinig heeft gedaan voor zijn eigen mensen.
Volgens La Grange was Nelson Mandela echter de juiste man voor zijn tijd. ‘Als hij destijds niet voor verzoening had gekozen, zouden wij Zuid-Afrika platgebrand hebben. De militaire macht berustte in die eerste jaren nog bij de Afrikaners. Was er een burgeroorlog uitgebroken, dan waren onder de zwarte Zuid-Afrikanen de meeste slachtoffers gevallen. Hij heeft gedaan wat op dat moment nodig was.’
Ze is ervan overtuigd dat een regenboognatie nog steeds haalbaar is. ‘Helaas hebben we op dit moment niet de juiste leiders om ons dat voorbeeld te geven. Iedereen is boos, maar we zijn boos op de verkeerde mensen. We zijn boos op elkaar. Terwijl we eigenlijk boos moeten zijn op de mensen die niet de weg van de regenboognatie gekozen hebben, maar de weg van corruptie.’
Die corruptie is wat La Grange in het huidige Zuid-Afrika vooral zorgen baart. Ze denkt daarbij niet alleen aan de corruptie van president Zuma en zijn trawanten. De corruptie is inmiddels doorgedrongen in het hele openbare leven. Elk individu heeft volgens La Grange de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat corruptie in zijn eigen beperkte invloedssfeer geen kans krijgt. ‘In onze eigen omgeving kunnen we een verschil maken. Madiba geloofde: hoe ík me opstel, heeft invloed op de mensen om me heen. Zo heeft hij de wereld veranderd. Is dat zo moeilijk? Nee! Het is niet altijd prettig, want iemand anders krijgt iets misschien sneller voor elkaar omdat hij wél omkoopgeld betaalt. Ik ben daarentegen voortdurend aan het vechten. Maar aan het einde van de dag ga ik met een schoon geweten slapen. En als ik de moed begin te verliezen, denk ik aan Madiba, die 18 jaar in een cel op Robbeneiland heeft doorgebracht. Dan vergeet ik mijn kleine problemen. Er zijn mensen die veel erger hebben meegemaakt. Je mag niet ophouden te hopen.’