Posts tonen met het label Antoinette Louw. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Antoinette Louw. Alle posts tonen

maandag 4 december 2017

Regisseur Jean van de Velde:


‘Bram Fischer liet zich leiden door zijn idealen’


(Maandblad Zuid-Afrika, april 2017)


Op 13 april gaat de Nederlands-Zuid-Afrikaanse speelfilm Bram Fischer in première. De film vertelt het verhaal van de blanke advocaat Bram Fischer, die Nelson Mandela en zijn mede-beschuldigden verdedigt tijdens het Rivoniaproces. Eigenlijk had Fischer zelf ook in de beklaagdenbank moeten zitten…

Jean van de Velde

Op 11 juni 1963 doet de Zuid-Afrikaanse politie een inval op de boerderij Liliesleaf in Rivonia, een buitenwijk van Johannesburg. In één klap worden vrijwel alle leiders van het ANC en de Zuid-Afrikaanse communistische partij opgepakt. Het bewijsmateriaal dat wordt aangetroffen, is verdoemend. Hier werd Operatie Mayibuye voorbereid, de gewapende strijd tegen de apartheid. Als de rechtszaak begint, wordt Nelson Mandela, die al eerder gearresteerd is, als ‘Accused No 1’ aan de groep toegevoegd. In de film zijn er drie advocaten die de activisten verdedigen: George Bizos, Joel Joffe en, de belangrijkste, Bram Fischer, telg uit een bekende Afrikaner familie en Deken van de Orde van Advocaten. Fischer speelt echter een dubbelrol: het is slechts bij toeval dat hij zélf tijdens de inval niet op Liliesleaf was. Want Fischer is de leider van de verboden Zuid-Afrikaanse communistische partij… Niemand is meer geschikt om Mandela en de anderen te verdedigen dan Fischer. Maar hierdoor vestigt hij ook de aandacht op zichzelf. Ondertussen dringt Mandela erop aan dat Fischer de gewapende strijd voortzet. Maar Fischer is ook huisvader; hij heeft een vrouw, Molly, en drie kinderen. Hij brengt niet alleen zichzelf, maar ook zijn gezin in gevaar.

‘Geschiedenis komt in 50 tinten grijs’
Bram Fischer is een Nederlands-Zuid-Afrikaanse coproductie. Drijvende kracht is regisseur Jean van de Velde. Het continent Afrika is voor Van de Velde vertrouwd terrein: hij is geboren in Belgisch Congo, waar hij tot zijn dertiende heeft gewoond. ‘Het is toch’, zegt hij, met een verwijzing naar Oeroeg van Hella Haasse, ‘het landschap waar je uit geweven bent.’ Hij was drie of vier toen hij voor het eerst naar Nederland kwam en tot zijn verbazing alleen maar witte mensen om zich heen zag. Zijn Afrikaanse jeugd zou zijn kijk op de wereld en op verhoudingen tussen bevolkingsgroepen voorgoed bepalen.
Het idee voor Bram Fischer ontstond toen Van de Velde een script in handen kreeg dat gebaseerd was op de memoires van advocaat Joel Joffe, The State Versus Nelson Mandela. Wat Van de Velde aansprak, was dat Joffes verhaal de complexiteit van de geschiedenis zo duidelijk liet zien. ‘Er wordt vaak gedacht dat Mandela de enige was die in opstand kwam. Of dat hij de enige was die veroordeeld werd. Maar hij was deel van een groep, en die groep bestond uit mensen van alle rassen: zwart, bruin, blank, Indiër… Veel blanken die aan het verzet deelnamen, zoals Dennis Goldberg en Lionel Bernstein, waren joods. Het was dus niet zomaar een strijd van zwart tegen wit.’
Een thema dat Van de Velde zelf heeft ingebracht, is het idee ‘dat water sterker is dan steen’. ‘Volgens mij paste dat wel bij Fischers gedachtegoed. In de film stellen we vragen over de keuze van Mandela en Umkhonto we Sizwe voor gewapend verzet. Zelf geloof ik niet in keiharde confrontaties. Maar ik kan me wel voorstellen dat Fischer dacht dat er een moment komt waarop het water je tot de lippen staat, en er geen andere uitweg meer is. Maar je moet tot het uiterste blijven proberen om de weg van de redelijkheid te bewandelen. Via de wet, via elkaar begrijpen… Ja, ik ben wat dat betreft een softie.’
Ná zijn vrijlating in 1990 zou Nelson Mandela natuurlijk ook zelf iedereen de hand reiken. Van de Velde verwondert zich erover dat Mandela zelfs de grootheid had om Percy Yutar, de openbaar aanklager tijdens het Rivoniaproces, uit te nodigen voor de lunch, ‘en dan nog de fijnzinnigheid te hebben om hem een koosjere lunch aan te bieden ook’. Van de Velde is zich ervan bewust dat er nu stemmen opgaan dat Mandela’s verzoenende houding te makkelijk was geweest, dat hij een ‘sell-out’ zou zijn geweest voor zijn eigen mensen. Maar daar haalt hij zijn schouders over op. ‘Iedereen reageert vanuit zijn eigen wereldbeeld. Het enige wat ik ervan kan zeggen is dat er in Zuid-Afrika een omwenteling heeft plaatsgevonden die met relatief weinig bloedvergieten gepaard ging. Ik ben blij dat hij was zoals hij was, ook al heeft hij achteraf gezien wellicht tekortkomingen gehad.’

Peter Paul Muller als Bram Fischer en Antoinette Louw als Molly


Fischers dilemma’s
Bij Bram Fischer proefde Van de Velde een aantal dilemma’s. ‘Je hebt een ideaal en je bent bereid daar heel ver voor te gaan. Maar je neemt wel je familie erin mee.’ Van de Velde heeft niet alleen met Fischers dochters gesproken, maar ook met de dochter van Lionel Bernstein, met Ahmed Kathrada en George Bizos. Telkens weer was er hetzelfde besef: we slepen onze dierbaren mee.
Daarnaast kwam Fischer uit alle bronnen op Van de Velde over als een redelijke en zachtaardige man. ‘Ik meen dat het Hilda Bernstein was die in The World That Was Ours – een prachtig boek! – schreef dat er een soort zachtmoedigheid over de rechtszaal neerdaalde als Bram sprak. Zijn communisme was vooral gebaseerd op het feit dat het de enige stroming was die zwart en blank gelijkstelde. Het ging hem niet om het marxisme als economische theorie, het ging hem om gelijkheid. En dan kom je met zo’n zacht karakter middenin de strijd terecht. Wanneer – zoals ik Joël Joffe laat zeggen – geef je je zachtaardigheid op?’
Fischer was afkomstig uit een vooraanstaande Afrikaner familie. In de film wordt zijn Afrikanerschap bijvoorbeeld weerspiegeld door zijn passie voor rugby, en zijn korte broek. Van de Velde: ‘Als Joffe zegt: “Die rechter is een echte Afrikaner”, dan zegt Fischer: “Ja, ik ook.” Ik denk dat hij het stadium van verscheurdheid tussen zijn politieke idealen en zijn loyaliteit aan het Afrikanerdom al voorbij was. Hij stuurde zijn kinderen bijvoorbeeld naar een Engelse school. Hij heeft tegen zijn oudste dochter Ruth gezegd: “De toekomst gaat Engels worden.”’

Waarheidsgetrouw
De film is opgenomen op een aantal historische locaties: de oorspronkelijke rechtszaal waar het proces werd gehouden in het Paleis van Justitie in Pretoria, de cellen onder deze rechtbank, en ook de cel in het Fort (nu: Constitution Hill) in Johannesburg, waar Nelson Mandela gevangen had gezeten voor hij met de groep werd herenigd. Eén ding heeft Van de Velde veranderd. In de film zitten de verdachten op een bankje achter de rechter, met hun gezicht naar de zaal. Van de Velde: ‘In werkelijkheid zaten ze naast elkaar op de eerste rij, achter de verdediging. Maar dit bankje was visueel interessanter, want je hebt ze in één shot bij elkaar. Dat bankje was voor vips, een soort eretribune, bijvoorbeeld voor wanneer het nationale cricketteam een dagje kwam kijken.’
Om de film zo authentiek mogelijk te laten overkomen, heeft Van de Velde veel moeite gedaan met de casting. De hoofdrol wordt vertolkt door de Nederlandse acteur Peter Paul Muller (Gooische vrouwen, All Stars); de andere rollen worden gespeeld door Zuid-Afrikaanse acteurs. De acteurs moesten een ‘behoorlijk hoog lookalike-gehalte’ hebben, en Van de Velde wilde per se een Zuid-Afrikaanse acteur – en niet de zoveelste Engelsman of Amerikaan – voor de rol van Nelson Mandela. Ook details als het busje van de droogskoonmakery dat bij de inval op Liliesleaf door de politie als dekmantel werd gebruikt, en het ouderwetse kopieerapparaat kloppen. De werktekeningen van Operatie Mayibuye zijn afkomstig uit het oorspronkelijke dossier en zijn door de rekwisietenafdeling nauwkeurig nagemaakt. Bepaalde dialogen zijn gebaseerd op de originele hofverslagen. ‘Dat soort dingen probeer je allemaal goed te krijgen’, legt Van de Velde uit, ‘omdat je weet dat je op andere punten moet inleveren. De rechtszaak duurde negen maanden, de film is in twee uur klaar.’
Zuid-Afrikaanse kijkers zullen zich misschien verbazen over de keuze voor de Nederlander Peter Paul Muller voor de hoofdrol. Volgens Van de Velde was dit onvermijdelijk: zonder Nederlandse hoofdrolspeler had hij nooit de financiering voor de film rond gekregen. En hij heeft grote waardering voor Muller, met wie hij al verschillende keren heeft samengewerkt. ‘Hij is taalgevoelig. En er zit een binnenleven bij hem. Het is een zachtaardige, lieve jongen, maar wel met een gereserveerde buitenkant. Als advocaat heb je altijd een soort schermpje, en Fischer leidt een dubbelleven, dus je moet een soort decorum behouden.’
Muller heeft hard gewerkt om zich voor de film een Afrikaans accent aan te meten. De afwisseling van het Afrikaans en het Engels verhoogt de authenticiteit en geeft de film een bijzondere dynamiek. ‘Ik vind het Afrikaans een prachtige taal’, zegt Van de Velde. ‘En je kunt nooit een taal schuldig verklaren. Het is wat anders als je die taal opdringt aan mensen die hem helemaal niet spreken, dan vind ik het raar. Maar laat ze die taal verder lekker praten.’

Rivonia Trial


Onbaatzuchtigheid
Van de Velde hoopt dat het publiek na het zien van de film één ding onthoudt. ‘Dat wij hier in het Westen – in Nederland, maar zeker ook in Zuid-Afrika – op de schouders staan van mensen die zich lieten leiden door hun idealen. Die niet aan zichzelf dachten, maar aan anderen, en niet alleen in het hier en nu, maar ook in een mogelijk morgen. Fischer is het ultieme voorbeeld, omdat hij tégen zijn eigen volk vocht, vóór een ander volk, en dat is nog veel dapperder. Die onbaatzuchtigheid mis ik vaak in onze tijd.’

Na Wit licht en Hoe duur was de suiker is Bram Fischer de derde film die Van de Velde in Zuid-Afrika heeft gemaakt. Hij houdt van het werken daar. Het klimaat is een pré. Daarnaast is iedereen in het bedrijf er uiterst professioneel en gemotiveerd. Ook voor Cape Town Film Studios heeft hij niets dan lof. Hier worden ook veel Amerikaanse blockbusters opgenomen. Maar anders dan de Amerikanen past Van de Velde er wel voor op om met een heel team van buitenlanders te komen, ‘als een invasie aliens die het gras kaalvreten en dan weer weggaan’. Bij het maken van Bram Fischer waren Van de Velde, uitvoerend producente Chantal Nissen, acteur Peter Paul Muller en de tweede cameravrouw de enige Nederlanders op de set. ‘Ik hoop dat Zuid-Afrikanen niet het gevoel hebben dat een of andere buitenlander hun Fischer of Mandela gekaapt heeft. Ik heb geprobeerd om het verhaal van binnenuit te vertellen, mét de mensen uit Zuid-Afrika zelf. Dus ik hoop dat Zuid-Afrikanen zich in de film herkennen.’