(Dit interview werd gehouden in maart 2014.)
Marguerite Poland (foto: Greaves Photograpy, Grahamstown) |
De historische roman Schimmenspel van de Zuid-Afrikaanse schrijfster Marguerite Poland
speelt zich af in de Oost-Kaap, een gebied dat ongeveer 800 km ten oosten van
Kaapstad begint. De Oost-Kaap is van oudsher het terrein van de Xhosa, de stam
waartoe Nelson Mandela behoorde. Eind negentiende eeuw, de tijd waarin Schimmenspel zich afspeelt, woonden er
in de Oost-Kaap naast Xhosa vooral Britten – nazaten van de zogenaamde ‘1820
Settlers’ – die hier een ‘little England in the veld’ probeerden te vestigen.
Schimmenspel gaat over een Engelse zendeling
op een afgelegen missiepost, die samen met zijn gezin niet alleen het evangelie
onder de Xhosa wil verbreiden, maar hen ook een stukje Europese beschaving wil brengen.
Soms leidt dit tot botsingen tussen de twee culturen. Maar naarmate het gezin
langer in Afrika woont, begint de herinnering aan de strenge Victoriaanse
samenleving te vervagen en worden de zendeling en zijn gezinsleden op hun beurt
in meer of mindere mate gevormd door de Xhosa met wie ze in aanraking komen.
Zending en imperialisme
Nu, ruim
honderd jaar later, is de Oost-Kaap één van de armste provincies van Zuid-Afrika,
met een gemiddeld jaarinkomen van minder dan € 5000 per gezin. Maar eind
negentiende eeuw kende de bevolking van het gebied volgens schrijfster Marguerite
Poland perioden van grote welvaart. De Britse koloniale autoriteiten moesten
zelfs hun best doen om de landbouw in het gebied wat af te remmen, omdat de
zwarte boeren er zo warmpjes bij zaten dat ze geen zin hadden om alles op te
geven en in de goud- en diamantmijnen in het noorden te gaan werken.
Rond de
vorige eeuwwisseling kon de Oost-Kaap ook bogen op een aantal uitstekende colleges voor zwarte studenten, zoals
Hilltown, Saint Matthews en Fort Hare. Het waren juist deze scholen die later
een belangrijke kweekvijver zouden vormen voor de leiders van het verzet tegen de
apartheid – niet alleen Nelson Mandela, maar bijvoorbeeld ook Robert Sobukwe, Oliver
Tambo, Walter Sisulu, Govan Mbeki en Steve Biko. Veel van deze scholen waren
opgezet door Britse zendelingen.
‘Het is een vraag
waarover veel discussie bestaat’, vertelt Poland. ‘Waren de zendelingen dienstknechten
van het Britse imperialisme, of wilden ze de bevolking een beter leven geven?
In de praktijk waren beide het geval. Maar uit de research die ik voor mijn
boeken doe, blijkt telkens weer dat de zendelingen door de koloniale machthebbers
gebruikt werden om hun eigen doelen na te jagen. De schapenteelt was in opkomst,
daar was veel weigrond voor nodig en dus wilden de kolonisten hun gebied steeds
verder naar het oosten uitbreiden. Daar stuitten ze op de uitgestrekte chieftaincies van de Xhosa. Wij leerden op
school nog dat daar destijds niemand woonde, maar dat is natuurlijk niet waar. Het
is één van de vele voorbeelden van de manier waarop ons beeld van de geschiedenis
vertekend werd. Tot op de dag van vandaag zitten we met enorme hiaten in onze
geschiedschrijving – gebeurtenissen die altijd ontkend zijn en die nog steeds
opgetekend moeten worden. Je zou verwachten dat we inmiddels wel weten wat er
honderd jaar geleden is gebeurd, maar nee. Er moet nog veel onderzoek worden
gedaan.’
Victoriaanse moraal
Het verhaal
van Schimmenspel is Polands eigen
familiegeschiedenis. ‘Frances is geïnspireerd op mijn overgrootmoeder. Zij heeft
mémoires nagelaten die ze heeft geschreven toen ze al in de tachtig was. Onlangs
heb ik vanuit Oxford vijfhonderd brieven ontvangen die zijn geschreven door
háár vader en die dezelfde gebeurtenissen beschrijven. Als je die brieven
ernaast legt, zie je dat ze het doorgaans bij het rechte eind had. Verder
bevinden zich in de bibliotheek van Rhodes University in Grahamstown van die brievenboeken
met carbonpapier en doorslag, waarin de hulppredikant van mijn
betovergrootvader – Walter in het boek – iedere dag minutieus vastlegde wat er
allemaal op de zendingspost gebeurde. Zonder die verslagen had ik dit boek
nooit kunnen schrijven.’
Frances’
relaties met de mannen in haar leven, Walter en Victor, wordt bepaald door de
uit Engeland overgewaaide Victoriaanse moraal. Ze raakt verloofd met haar
stoere neef Victor, omdat dat nu eenmaal van haar wordt verwacht. Walter,
daarentegen, is een wat sullige man die niet beantwoordt aan het contemporaine
beeld van de ideale man. ‘Maar hij had een hart’, verdedigt Poland haar
personage, ‘en hij had een ziel, hij had meegevoel…’
‘Het lijkt
vreemd, die Victoriaanse cultuur zo diep in Afrika’, geeft Poland toe. ‘Maar uit
mijn research kwam telkens weer naar voren dat men het leven van zijn kinderen
totaal wilde afschermen. Misschien was men in Afrika nog wel voorzichtiger dan
in Engeland zelf. Zo was er een zendeling die niet wilde dat zijn kinderen
Xhosa zouden leren uit vrees dat ze iets onoirbaars te horen zouden krijgen.
Terwijl niemand zich er druk over maakte wat de zwarte huisbedienden aan
onoirbaars zouden opvangen van hun blanke meesters. Dat gebeurde constant. Maar
de andere kant op was absoluut taboe.’
Afrika-talen
Zelf heeft
Poland – fijngebouwd, zachte stem en every
inch a lady – ook een degelijke Engelse opvoeding genoten. Haar wereldbeeld
werd echter op zijn kop gezet toen ze besloot om inheemse talen te gaan
studeren. ‘Het was totaal unfashionable’,
herinnert ze zich. ‘Aan de Rhodes University in Grahamstown waren we met drie
studenten, in Stellenbosch met twee. Maar dankzij mijn studie zal ik de wereld
om mij heen nooit meer door een Engelse bril kunnen bezien. Als ik naar de
sterren kijk, dan zie ik ze niet meer vanuit de Griekse mythologie; ze zijn
Afrikaans. En als ik naar de vogels kijk, dan zie ik ze niet meer vanuit de Engelse
mythologie; ze zijn Afrikaans. Het is alsof je een andere ziel krijgt.’
Poland is
gepromoveerd op een onderzoek naar de manier waarop de Xhosa hun vee namen
geven. Er klinkt niet alleen bewondering in haar stem door wanneer ze vertelt
over de nauwkeurigheid waarmee de Xhosa de natuur waarnemen en in taal
vastleggen, maar ook verwondering. ‘Stel je voor: je ziet een wit dier met
zwarte vlekken’, zegt ze, ‘en dan noem je het “Ik ben de takken van de boom
zachtjes tegen de hemel”. Ze betreurt het dat dit cultureel erfgoed in de
moderne stedelijke samenleving verloren dreigt te gaan omdat de mens het
contact met het landschap verliest.
De laatste tijd
is Polands kennis van het Xhosa en het Zoeloe wat weggezakt. ‘Vroeger was ik er
behoorlijk vlot in en het gaat me nog steeds redelijk af als ik in het veld ben
om over koeien te praten. Maar ik bestudeer die talen nog steeds, en als ik ze
in mijn schrijfwerk gebruik, dan moet elk detail kloppen. Het zijn talen met
een uitgebreide woordenschat en met een verfijning en een rijkdom aan beelden
die maar weinig mensen voor mogelijk houden. Het zou neerbuigend zijn om de
taal slecht te spreken. Je hebt blanken
die op het platteland zijn opgegroeid en die de taal van de streek spreken.
Maar dan blijven ze toch steken in de taal van de baas, wat betekent dat ze hoofdzakelijk in de gebiedende wijs
spreken, en dat zou niet zo moeten zijn.’
Als kind
wilde Poland al inheemse talen leren, maar dat mocht niet. Toen ze pas was
afgestudeerd, liep ze alle scholen af in de hoop dat ze ergens lessen Xhosa of
Zoeloe mocht geven – desnoods gratis. ‘Eén van de schoolhoofden zei: “Maar
waarom zou je dat willen?” “Omdat de meerderheid van de bevolking zwart is”,
antwoordde ik. Hij keek me aan alsof ik gek was.’ Ook toen haar eigen kinderen
naar school gingen, heeft ze zich beijveren voor extra taallessen. ‘Ik vind dat
elk kind de kans moet krijgen om een Afrikaanse taal te leren’, zegt ze, ‘al
was het maar uit respect voor en nieuwsgierigheid naar de ander. Als mensen
merken dat je ze verstaat, kan er plotseling een gevoel van verbondenheid en
respect ontstaan.’
Daar komt bij
dat ze als schrijver heeft gemerkt dat het essentieel is om je te kunnen
uitdrukken in je eigen taal, de taal waarin je je het meest thuisvoelt. ‘Daarom
is meertaligheid zo belangrijk’, vindt Poland. Maar in Zuid-Afrika – een land
met elf officiële talen – kiezen jonge zwarten steeds vaker voor het Engels.
Poland begrijpt dat wel: ‘Het is een internationale taal en natuurlijk moeten
ze die leren, want daarmee kun je je brood verdienen. Maar dat ze hun neus
ophalen voor hun eigen taal, en dat die verloren dreigt te gaan, is tragisch.’
Schaduwen van het verleden
De
‘schimmen’ uit de titel van Polands roman (in het Engels: Shades) zijn een verwijzing naar het vooroudergeloof van de Xhosa. Met
dit boek heeft Poland geprobeerd om rekenschap te geven van haar eigen
voorouders en hun rol in de Zuid-Afrikaanse geschiedenis. In de eerste plaats
de zendelingen, natuurlijk. Maar dan was er ook nog Victor, de zoon van haar
bet-betovergrootvader de zendeling. De historische Victor was de eerste die op
grote schaal zwarte boeren uit de Oost-Kaap ronselde om in het noorden in de
mijnen te gaan werken. Dat maakte hem één van de grondleggers van het systeem
van arbeidsmigratie, dat een verwoestend effect zou hebben op de structuur van
de Zuid-Afrikaanse samenleving. Na het vertrek van de mannen moesten vrouwen,
kinderen en bejaarden voortaan de akkers bewerken en het vee hoeden. Terwijl bestaande
families uiteen werden gescheurd, vrouwen het zonder hun mannen moesten stellen
en kinderen zonder hun vaders, sprongen er elders, als gevolg van de lange
afstanden, nieuwe gezinnen op. ‘Het werd een chaos’, zucht Poland, ‘en dat is
tot vandaag toe zo gebleven.’ Volgens Poland blijkt uit bronnen dat Victor een
sympathieke en gerespecteerde man moet zijn geweest; hij was echter een product
van het koloniale gedachtegoed van zijn tijd. ‘Tijdens het schrijven moest ik mijn
eigen schimmen confronteren. De ongelooflijke armoede die nog steeds in de
Oost-Kaap heerst, is deel van mijn erfenis. Om de architect van het
arbeidsmigratiesysteem in je familie te hebben, is geen geringe last.’
Het is een
opmerking waar, onbedoeld, het vooroudergeloof van de Xhosa in doorklinkt. ‘Traditioneel
wonen de Xhosa in homesteads’, verduidelijkt
Poland, ‘een groep hutten met grond die al generaties lang aan de familie
behoort. Als je daar woont, dan betekent dat dat je afstamt van de mensen die
daar vóór jou woonden en dat je hun eigenschappen heb geërfd. Om de schimmen van
je voorouders te eren wil niet zeggen dat je ze aanbidt, maar dat je je bewust
bent van je verbondenheid met hen. Het is een verbondenheid die ook de grond en
het vee insluit. Ik vind dat een prachtige gedachte. Waarom zou je grootmoeder
die er niet meer is, niet meer van je houden? Natuurlijk doet ze dat nog wel!
Je bent deel van haar leven, of dat had je kunnen zijn. Dus wat met jou in jouw
leven gebeurt, is belangrijk voor haar. Ik vind dat zoveel intiemer dan het
idee dat er ergens daarbuiten een alwetende god is; waarom zou die meer om je
geven dan je eigen familie? Die diepe continuïteit van gemeenschappelijkheid,
van lang geleden tot nu – daar gaat voor mij op de één of andere manier een
geweldige troost van uit. Ik houd van het idee dat de overgrootmoeder naar wie
ik vernoemd ben en over wie ik in dit boek heb geschreven, dat weet en voelt.’
Marguerite Poland, Schimmenspel. Vertaling: Jetty Huisman. Zoetermeer: Uitgeverij Mozaïek. ISBN: 9789023994794. 480 pagina's. Prijs: € 23,50.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten