woensdag 17 juni 2020

Interview met Marguerite Poland: 'Het is neerbuigend om een taal slecht te spreken'


(Dit interview werd gehouden in maart 2014.)

Marguerite Poland
(foto: Greaves Photograpy, Grahamstown)
De historische roman Schimmenspel van de Zuid-Afrikaanse schrijfster Marguerite Poland speelt zich af in de Oost-Kaap, een gebied dat ongeveer 800 km ten oosten van Kaapstad begint. De Oost-Kaap is van oudsher het terrein van de Xhosa, de stam waartoe Nelson Mandela behoorde. Eind negentiende eeuw, de tijd waarin Schimmenspel zich afspeelt, woonden er in de Oost-Kaap naast Xhosa vooral Britten – nazaten van de zogenaamde ‘1820 Settlers’ – die hier een ‘little England in the veld’ probeerden te vestigen.
Schimmenspel gaat over een Engelse zendeling op een afgelegen missiepost, die samen met zijn gezin niet alleen het evangelie onder de Xhosa wil verbreiden, maar hen ook een stukje Europese beschaving wil brengen. Soms leidt dit tot botsingen tussen de twee culturen. Maar naarmate het gezin langer in Afrika woont, begint de herinnering aan de strenge Victoriaanse samenleving te vervagen en worden de zendeling en zijn gezinsleden op hun beurt in meer of mindere mate gevormd door de Xhosa met wie ze in aanraking komen.

Zending en imperialisme
Nu, ruim honderd jaar later, is de Oost-Kaap één van de armste provincies van Zuid-Afrika, met een gemiddeld jaarinkomen van minder dan € 5000 per gezin. Maar eind negentiende eeuw kende de bevolking van het gebied volgens schrijfster Marguerite Poland perioden van grote welvaart. De Britse koloniale autoriteiten moesten zelfs hun best doen om de landbouw in het gebied wat af te remmen, omdat de zwarte boeren er zo warmpjes bij zaten dat ze geen zin hadden om alles op te geven en in de goud- en diamantmijnen in het noorden te gaan werken.
Rond de vorige eeuwwisseling kon de Oost-Kaap ook bogen op een aantal uitstekende colleges voor zwarte studenten, zoals Hilltown, Saint Matthews en Fort Hare. Het waren juist deze scholen die later een belangrijke kweekvijver zouden vormen voor de leiders van het verzet tegen de apartheid – niet alleen Nelson Mandela, maar bijvoorbeeld ook Robert Sobukwe, Oliver Tambo, Walter Sisulu, Govan Mbeki en Steve Biko. Veel van deze scholen waren opgezet door Britse zendelingen.
‘Het is een vraag waarover veel discussie bestaat’, vertelt Poland. ‘Waren de zendelingen dienstknechten van het Britse imperialisme, of wilden ze de bevolking een beter leven geven? In de praktijk waren beide het geval. Maar uit de research die ik voor mijn boeken doe, blijkt telkens weer dat de zendelingen door de koloniale machthebbers gebruikt werden om hun eigen doelen na te jagen. De schapenteelt was in opkomst, daar was veel weigrond voor nodig en dus wilden de kolonisten hun gebied steeds verder naar het oosten uitbreiden. Daar stuitten ze op de uitgestrekte chieftaincies van de Xhosa. Wij leerden op school nog dat daar destijds niemand woonde, maar dat is natuurlijk niet waar. Het is één van de vele voorbeelden van de manier waarop ons beeld van de geschiedenis vertekend werd. Tot op de dag van vandaag zitten we met enorme hiaten in onze geschiedschrijving – gebeurtenissen die altijd ontkend zijn en die nog steeds opgetekend moeten worden. Je zou verwachten dat we inmiddels wel weten wat er honderd jaar geleden is gebeurd, maar nee. Er moet nog veel onderzoek worden gedaan.’

Victoriaanse moraal
Het verhaal van Schimmenspel is Polands eigen familiegeschiedenis. ‘Frances is geïnspireerd op mijn overgrootmoeder. Zij heeft mémoires nagelaten die ze heeft geschreven toen ze al in de tachtig was. Onlangs heb ik vanuit Oxford vijfhonderd brieven ontvangen die zijn geschreven door háár vader en die dezelfde gebeurtenissen beschrijven. Als je die brieven ernaast legt, zie je dat ze het doorgaans bij het rechte eind had. Verder bevinden zich in de bibliotheek van Rhodes University in Grahamstown van die brievenboeken met carbonpapier en doorslag, waarin de hulppredikant van mijn betovergrootvader – Walter in het boek – iedere dag minutieus vastlegde wat er allemaal op de zendingspost gebeurde. Zonder die verslagen had ik dit boek nooit kunnen schrijven.’
Frances’ relaties met de mannen in haar leven, Walter en Victor, wordt bepaald door de uit Engeland overgewaaide Victoriaanse moraal. Ze raakt verloofd met haar stoere neef Victor, omdat dat nu eenmaal van haar wordt verwacht. Walter, daarentegen, is een wat sullige man die niet beantwoordt aan het contemporaine beeld van de ideale man. ‘Maar hij had een hart’, verdedigt Poland haar personage, ‘en hij had een ziel, hij had meegevoel…’
‘Het lijkt vreemd, die Victoriaanse cultuur zo diep in Afrika’, geeft Poland toe. ‘Maar uit mijn research kwam telkens weer naar voren dat men het leven van zijn kinderen totaal wilde afschermen. Misschien was men in Afrika nog wel voorzichtiger dan in Engeland zelf. Zo was er een zendeling die niet wilde dat zijn kinderen Xhosa zouden leren uit vrees dat ze iets onoirbaars te horen zouden krijgen. Terwijl niemand zich er druk over maakte wat de zwarte huisbedienden aan onoirbaars zouden opvangen van hun blanke meesters. Dat gebeurde constant. Maar de andere kant op was absoluut taboe.’

Afrika-talen
Zelf heeft Poland – fijngebouwd, zachte stem en every inch a lady – ook een degelijke Engelse opvoeding genoten. Haar wereldbeeld werd echter op zijn kop gezet toen ze besloot om inheemse talen te gaan studeren. ‘Het was totaal unfashionable’, herinnert ze zich. ‘Aan de Rhodes University in Grahamstown waren we met drie studenten, in Stellenbosch met twee. Maar dankzij mijn studie zal ik de wereld om mij heen nooit meer door een Engelse bril kunnen bezien. Als ik naar de sterren kijk, dan zie ik ze niet meer vanuit de Griekse mythologie; ze zijn Afrikaans. En als ik naar de vogels kijk, dan zie ik ze niet meer vanuit de Engelse mythologie; ze zijn Afrikaans. Het is alsof je een andere ziel krijgt.’
Poland is gepromoveerd op een onderzoek naar de manier waarop de Xhosa hun vee namen geven. Er klinkt niet alleen bewondering in haar stem door wanneer ze vertelt over de nauwkeurigheid waarmee de Xhosa de natuur waarnemen en in taal vastleggen, maar ook verwondering. ‘Stel je voor: je ziet een wit dier met zwarte vlekken’, zegt ze, ‘en dan noem je het “Ik ben de takken van de boom zachtjes tegen de hemel”. Ze betreurt het dat dit cultureel erfgoed in de moderne stedelijke samenleving verloren dreigt te gaan omdat de mens het contact met het landschap verliest.
De laatste tijd is Polands kennis van het Xhosa en het Zoeloe wat weggezakt. ‘Vroeger was ik er behoorlijk vlot in en het gaat me nog steeds redelijk af als ik in het veld ben om over koeien te praten. Maar ik bestudeer die talen nog steeds, en als ik ze in mijn schrijfwerk gebruik, dan moet elk detail kloppen. Het zijn talen met een uitgebreide woordenschat en met een verfijning en een rijkdom aan beelden die maar weinig mensen voor mogelijk houden. Het zou neerbuigend zijn om de taal slecht te spreken. Je hebt blanken die op het platteland zijn opgegroeid en die de taal van de streek spreken. Maar dan blijven ze toch steken in de taal van de baas, wat betekent dat ze hoofdzakelijk in de gebiedende wijs spreken, en dat zou niet zo moeten zijn.’
Als kind wilde Poland al inheemse talen leren, maar dat mocht niet. Toen ze pas was afgestudeerd, liep ze alle scholen af in de hoop dat ze ergens lessen Xhosa of Zoeloe mocht geven – desnoods gratis. ‘Eén van de schoolhoofden zei: “Maar waarom zou je dat willen?” “Omdat de meerderheid van de bevolking zwart is”, antwoordde ik. Hij keek me aan alsof ik gek was.’ Ook toen haar eigen kinderen naar school gingen, heeft ze zich beijveren voor extra taallessen. ‘Ik vind dat elk kind de kans moet krijgen om een Afrikaanse taal te leren’, zegt ze, ‘al was het maar uit respect voor en nieuwsgierigheid naar de ander. Als mensen merken dat je ze verstaat, kan er plotseling een gevoel van verbondenheid en respect ontstaan.’
Daar komt bij dat ze als schrijver heeft gemerkt dat het essentieel is om je te kunnen uitdrukken in je eigen taal, de taal waarin je je het meest thuisvoelt. ‘Daarom is meertaligheid zo belangrijk’, vindt Poland. Maar in Zuid-Afrika – een land met elf officiële talen – kiezen jonge zwarten steeds vaker voor het Engels. Poland begrijpt dat wel: ‘Het is een internationale taal en natuurlijk moeten ze die leren, want daarmee kun je je brood verdienen. Maar dat ze hun neus ophalen voor hun eigen taal, en dat die verloren dreigt te gaan, is tragisch.’

Schaduwen van het verleden
De ‘schimmen’ uit de titel van Polands roman (in het Engels: Shades) zijn een verwijzing naar het vooroudergeloof van de Xhosa. Met dit boek heeft Poland geprobeerd om rekenschap te geven van haar eigen voorouders en hun rol in de Zuid-Afrikaanse geschiedenis. In de eerste plaats de zendelingen, natuurlijk. Maar dan was er ook nog Victor, de zoon van haar bet-betovergrootvader de zendeling. De historische Victor was de eerste die op grote schaal zwarte boeren uit de Oost-Kaap ronselde om in het noorden in de mijnen te gaan werken. Dat maakte hem één van de grondleggers van het systeem van arbeidsmigratie, dat een verwoestend effect zou hebben op de structuur van de Zuid-Afrikaanse samenleving. Na het vertrek van de mannen moesten vrouwen, kinderen en bejaarden voortaan de akkers bewerken en het vee hoeden. Terwijl bestaande families uiteen werden gescheurd, vrouwen het zonder hun mannen moesten stellen en kinderen zonder hun vaders, sprongen er elders, als gevolg van de lange afstanden, nieuwe gezinnen op. ‘Het werd een chaos’, zucht Poland, ‘en dat is tot vandaag toe zo gebleven.’ Volgens Poland blijkt uit bronnen dat Victor een sympathieke en gerespecteerde man moet zijn geweest; hij was echter een product van het koloniale gedachtegoed van zijn tijd. ‘Tijdens het schrijven moest ik mijn eigen schimmen confronteren. De ongelooflijke armoede die nog steeds in de Oost-Kaap heerst, is deel van mijn erfenis. Om de architect van het arbeidsmigratiesysteem in je familie te hebben, is geen geringe last.’
Het is een opmerking waar, onbedoeld, het vooroudergeloof van de Xhosa in doorklinkt. ‘Traditioneel wonen de Xhosa in homesteads’, verduidelijkt Poland, ‘een groep hutten met grond die al generaties lang aan de familie behoort. Als je daar woont, dan betekent dat dat je afstamt van de mensen die daar vóór jou woonden en dat je hun eigenschappen heb geërfd. Om de schimmen van je voorouders te eren wil niet zeggen dat je ze aanbidt, maar dat je je bewust bent van je verbondenheid met hen. Het is een verbondenheid die ook de grond en het vee insluit. Ik vind dat een prachtige gedachte. Waarom zou je grootmoeder die er niet meer is, niet meer van je houden? Natuurlijk doet ze dat nog wel! Je bent deel van haar leven, of dat had je kunnen zijn. Dus wat met jou in jouw leven gebeurt, is belangrijk voor haar. Ik vind dat zoveel intiemer dan het idee dat er ergens daarbuiten een alwetende god is; waarom zou die meer om je geven dan je eigen familie? Die diepe continuïteit van gemeenschappelijkheid, van lang geleden tot nu – daar gaat voor mij op de één of andere manier een geweldige troost van uit. Ik houd van het idee dat de overgrootmoeder naar wie ik vernoemd ben en over wie ik in dit boek heb geschreven, dat weet en voelt.’

Marguerite Poland, Schimmenspel. Vertaling: Jetty Huisman. Zoetermeer: Uitgeverij Mozaïek. ISBN: 9789023994794. 480 pagina's. Prijs: € 23,50.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten