Maandblad Zuid-Afrika, december 2014
We zijn het
misschien alweer bijna vergeten. Maar nog geen twee weken vóór Oscar Pistorius
zijn vriendin Reeva Steenkamp doodschoot, was Zuid-Afrika in de ban van een
andere moordzaak. Het slachtoffer, Anene Booysen, was geen bekend fotomodel,
maar een 17-jarig meisje uit de arme kleurlinggemeenschap van Bredasdorp, dat
door een groep mannen was verkracht, verminkt en voor dood achtergelaten. Ze
overleed zes uur later in het ziekenhuis aan haar verwondingen.
De
gruwelijke wreedheid waarmee dit misdrijf gepaard was gegaan, leidde tot grote
maatschappelijke verontwaardiging, en bracht een discussie op gang over het enorme
aantal geweldsmisdrijven tegen vrouwen in de Zuid-Afrikaanse samenleving. Ook
werd de aandacht gevestigd op de uitzichtloosheid van het bestaan van veel arme
bruinmense in een plaats als Bredasdorp;
een bestaan beheerst door werkloosheid, armoede, tik-verslaving en criminaliteit.
‘Die hart van kanalla’
Nu is er Rondomskrik, een toneelstuk dat losweg
op het verhaal van Anene Booysen is gebaseerd. Voor haar research verdiepte schrijfster Rachelle Greeff zich zes maanden lang
in de omgeving waar Anene vandaan kwam. Rondomskrik
vertelt het verhaal van Antjie, een meisje in vergelijkbare omstandigheden, en
de onderwijzeres die probeert om haar uit dat kansarme milieu te bevrijden.
Uiteindelijk, naar zal blijken, tevergeefs.
De rol van
onderwijzeres Jasmien Jacobs wordt gespeeld door actrice Shaleen
Surtie-Richards. Shaleen (1955) geniet in Zuid-Afrika grote bekendheid, onder
meer door haar hoofdrol in de film Fiela
se kind (1988) en haar rol als Nenna in de sepie Egoli (1993-2010). Haar
dertigjarige carrière als toneelspeelster voerde haar langs alle theaters van het
land.
‘Eén van de
mooiste zinnen uit het stuk’, vertelt Shaleen, ‘is waar Jasmien zegt: “Dít is
die hart van kanalla.” “Kanalla” komt uit de taal van de Kaapse moslims en
betekent “alsjeblieft”; het is een smeekbede. Toen ik het script las, wist ik
meteen dat ik dit stuk wilde doen. Want hoe lang blijven we nog toekijken, terwijl
we weten dat dit ook óns lot had kunnen zijn? Als je één kind kunt redden, red
je een volk. Geef geen geld, want dat gaat onmiddellijk op aan nog meer tik. Nee, geef ze liefde, laat merken
dat je om ze geeft; dát hebben ze nodig.’
‘Uitkykaunties’
Sommige
theatergangers beweren dat ze Rondomskrik
niet willen zien, omdat ze het onderwerp te zwaar vinden of bang zijn voor
een verkrachtingsscène op het toneel. Dat gebeurt niet, stelt Shaleen gerust. ‘Maar
we winden er ook geen doekjes om’, verklaart ze gedecideerd. ‘Het is tijd dat
mensen zien wat er gebeurt en dat we bedenken
wat we kunnen doen. En daarbij gaat het
niet alleen om bruinmense. Armoede en
drugs vragen niet wie je bent, of uit wat voor huis je komt. If you suffer, you suffer. Mijn beide
ouders waren onderwijzers, en ik ben God dankbaar dat ik een leven als dat van Antjie
nooit heb gekend. Maar dat betekent niet dat ik mijn ogen ervoor kan sluiten.’
Dankzij Rondomskrik, zegt Shaleen,
leert het theaterpubliek de wereld waarin Antjie opgroeit, van binnenuit
kennen.
Natuurlijk
grijpen bepaalde scènes Shaleen zelf ook aan. ‘De scheidslijn tussen toneel en
werkelijkheid is dun. Maar als actrice moet je je emoties in bedwang houden.
Het publiek heeft er niets aan als jij je laat gaan.’ Dat laatste beseft ze ook
als ze in het kader van het Reach for a Dream-programma op bezoek gaat bij terminaal
zieke kinderen, een activiteit die ze normaal gesproken ver buiten de
schijnwerpers van de media houdt. ‘Om zo’n kind te zien liggen en zijn hand
vast te houden… Ai, je hebt geen idee
wat er dan door me heen gaat. Maar zo’n kind mag nooit merken dat jij zelf
verdrietig bent.’
Vanzelfsprekend,
vindt Shaleen wat ze doet. ‘Ik kom uit een huis vol warmte en liefde, en ik heb
zelf ook veel om te geven. I am a giver,
want zo ben ik opgevoed.’ Aanvankelijk koos ze dan ook voor het onderwijs, net
als haar ouders. Vóór ze actrice werd, werkte ze tien jaar als
kleuterschooljuffrouw, eerst in haar geboortedorp Upington en toen in Kaapstad.
Onderwijzers, denkt ze, kunnen een verschil maken in het leven van kinderen als
Antjie of Anene. ‘Vooral die ou aunties
– die zijn ‘t beste. Zij géven echt om die kinderen.’ Zolang er
onderwijzeressen te vinden zijn die lijken op haar personage, Jasmien, is er
nog hoop, vindt ze. En daarom is Rondomskrik
uiteindelijk géén sombere voorstelling. Voor Shaleen is het een
voorstelling over de waarheid – en over hoop.