Posts tonen met het label kanalla. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kanalla. Alle posts tonen

woensdag 28 juni 2017

Shaleen Surtie-Richards - RONDOMSKRIK

Maandblad Zuid-Afrika, december 2014

We zijn het misschien alweer bijna vergeten. Maar nog geen twee weken vóór Oscar Pistorius zijn vriendin Reeva Steenkamp doodschoot, was Zuid-Afrika in de ban van een andere moordzaak. Het slachtoffer, Anene Booysen, was geen bekend fotomodel, maar een 17-jarig meisje uit de arme kleurlinggemeenschap van Bredasdorp, dat door een groep mannen was verkracht, verminkt en voor dood achtergelaten. Ze overleed zes uur later in het ziekenhuis aan haar verwondingen.
De gruwelijke wreedheid waarmee dit misdrijf gepaard was gegaan, leidde tot grote maatschappelijke verontwaardiging, en bracht een discussie op gang over het enorme aantal geweldsmisdrijven tegen vrouwen in de Zuid-Afrikaanse samenleving. Ook werd de aandacht gevestigd op de uitzichtloosheid van het bestaan van veel arme bruinmense in een plaats als Bredasdorp; een bestaan beheerst door werkloosheid, armoede, tik-verslaving en criminaliteit.

‘Die hart van kanalla’
Nu is er Rondomskrik, een toneelstuk dat losweg op het verhaal van Anene Booysen is gebaseerd. Voor haar research verdiepte schrijfster Rachelle Greeff zich zes maanden lang in de omgeving waar Anene vandaan kwam. Rondomskrik vertelt het verhaal van Antjie, een meisje in vergelijkbare omstandigheden, en de onderwijzeres die probeert om haar uit dat kansarme milieu te bevrijden. Uiteindelijk, naar zal blijken, tevergeefs.
De rol van onderwijzeres Jasmien Jacobs wordt gespeeld door actrice Shaleen Surtie-Richards. Shaleen (1955) geniet in Zuid-Afrika grote bekendheid, onder meer door haar hoofdrol in de film Fiela se kind (1988) en haar rol als Nenna in de sepie Egoli (1993-2010). Haar dertigjarige carrière als toneelspeelster voerde haar langs alle theaters van het land.
‘Eén van de mooiste zinnen uit het stuk’, vertelt Shaleen, ‘is waar Jasmien zegt: “Dít is die hart van kanalla.” “Kanalla” komt uit de taal van de Kaapse moslims en betekent “alsjeblieft”; het is een smeekbede. Toen ik het script las, wist ik meteen dat ik dit stuk wilde doen. Want hoe lang blijven we nog toekijken, terwijl we weten dat dit ook óns lot had kunnen zijn? Als je één kind kunt redden, red je een volk. Geef geen geld, want dat gaat onmiddellijk op aan nog meer tik. Nee, geef ze liefde, laat merken dat je om ze geeft; dát hebben ze nodig.’

‘Uitkykaunties’
Sommige theatergangers beweren dat ze Rondomskrik niet willen zien, omdat ze het onderwerp te zwaar vinden of bang zijn voor een verkrachtingsscène op het toneel. Dat gebeurt niet, stelt Shaleen gerust. ‘Maar we winden er ook geen doekjes om’, verklaart ze gedecideerd. ‘Het is tijd dat mensen zien wat er gebeurt en dat we bedenken wat we kunnen doen. En daarbij gaat het niet alleen om bruinmense. Armoede en drugs vragen niet wie je bent, of uit wat voor huis je komt. If you suffer, you suffer. Mijn beide ouders waren onderwijzers, en ik ben God dankbaar dat ik een leven als dat van Antjie nooit heb gekend. Maar dat betekent niet dat ik mijn ogen ervoor kan sluiten.’ Dankzij Rondomskrik, zegt Shaleen, leert het theaterpubliek de wereld waarin Antjie opgroeit, van binnenuit kennen.
Natuurlijk grijpen bepaalde scènes Shaleen zelf ook aan. ‘De scheidslijn tussen toneel en werkelijkheid is dun. Maar als actrice moet je je emoties in bedwang houden. Het publiek heeft er niets aan als jij je laat gaan.’ Dat laatste beseft ze ook als ze in het kader van het Reach for a Dream-programma op bezoek gaat bij terminaal zieke kinderen, een activiteit die ze normaal gesproken ver buiten de schijnwerpers van de media houdt. ‘Om zo’n kind te zien liggen en zijn hand vast te houden… Ai, je hebt geen idee wat er dan door me heen gaat. Maar zo’n kind mag nooit merken dat jij zelf verdrietig bent.’
Vanzelfsprekend, vindt Shaleen wat ze doet. ‘Ik kom uit een huis vol warmte en liefde, en ik heb zelf ook veel om te geven. I am a giver, want zo ben ik opgevoed.’ Aanvankelijk koos ze dan ook voor het onderwijs, net als haar ouders. Vóór ze actrice werd, werkte ze tien jaar als kleuterschooljuffrouw, eerst in haar geboortedorp Upington en toen in Kaapstad. Onderwijzers, denkt ze, kunnen een verschil maken in het leven van kinderen als Antjie of Anene. ‘Vooral die ou aunties – die zijn ‘t beste. Zij géven echt om die kinderen.’ Zolang er onderwijzeressen te vinden zijn die lijken op haar personage, Jasmien, is er nog hoop, vindt ze. En daarom is Rondomskrik uiteindelijk géén sombere voorstelling. Voor Shaleen is het een voorstelling over de waarheid – en over hoop.