Regisseur Gina Shmukler:
Alleen maar
verliezers
In het toneelstuk The Line onderzoekt Gina Shmukler de factoren die leidden tot de
explosie van xenofobisch geweld in Zuid-Afrika in 2008.
(Maandblad Zuid-Afrika, maart 2016)
Scène uit The Line |
De meest indringende
voorstelling tijdens het Afro Vibes Festival dat in oktober 2015 in verschillende
Nederlandse steden werd gehouden, was het toneelstuk The Line. Hierin spelen twee jonge actrices – de een blank, de
ander zwart – verschillende personages die betrokken zijn geweest bij de
gewelddadige aanvallen op buitenlanders in 2008, zoals een slachtoffer, een
dader, een niet-zo-onschuldige omstander, en een persfotografe die alles heeft
gezien. Niemand heeft de gebeurtenissen kunnen vergeten; iedereen is getraumatiseerd.
De vraag die in het stuk gesteld wordt, is waardoor gewone burgers opeens over
de schreef kunnen gaan. Of, zoals scenarioschrijfster en regisseuse Gina Shmukler het stelt: ‘What makes them cross
that line?’
Slachtoffer, dader, omstander
Gina Shmukler (45) is in Zuid-Afrika een bekende en
geliefde actrice. Ze debuteerde al op zesjarige leeftijd in de musical Annie en is sindsdien nooit meer uit het
publieke oog weg geweest. The Line is
ontstaan tijdens haar Masterstudie aan de Universiteit van de Witwatersrand.
Daarin onderzoekt ze hoe trauma op het toneel uitgebeeld kan worden. Voor haar
research trok Shmukler, net als de
naamloze interviewer in het stuk, de townships in om verschillende betrokkenen
te interviewen over de gebeurtenissen van 2008.
Shmukler
herinnert zich dat de gesprekken met de slachtoffers vaak moeizaam verliepen. ‘Deze
mensen gaan diep gebukt onder hun traumatische herinneringen’, verduidelijkt ze.
‘Volgens psychologen worden mensen die een trauma hebben doorgemaakt, verscheurd
tussen de noodzaak om erover te
praten en een onvermogen om dat te
doen.’
In zekere
zin leverden de gesprekken met de slachtoffers weinig verrassingen op. Dat lag
anders met de gesprekken met de daders. Shmukler: ‘Ik had nog nooit eerder een
moordenaar ontmoet.’ Het gesprek met David, de autodief (car jacker), vond plaats in een shebeen.
Shmukler vroeg zich af wie van de mannen
die daar bier zaten te drinken, haar dader zou zijn. ‘Ik zou het nooit hebben
geraden. Hij zag er volkomen betrouwbaar uit, hij was ontzettend charmant. Het
leek wel alsof we met elkaar zaten te flirten en hij had het liefst nog uren
doorgepraat. Als crimineel was David al lang “over de schreef” gegaan. Maar hij
werd emotioneel toen hij vertelde over de mensen die tijdens de aanvallen
levend verbrand waren. Hij had nog nooit de geur van schroeiend vlees geroken.
Dat was zijn moment van – als je wil – menselijkheid.’
Wat mensen
ertoe drijft om ‘over de schreef’ te gaan en welke gevolgen dit heeft voor hun
verdere leven, wordt vooral zichtbaar in het personage van een van de
omstanders. Hiervoor baseerde Shmukler zich
op een vrouw uit één van de armste en gevaarlijkste delen van Soweto: 35 jaar, twee
kinderen, werkloos. ‘Ze is oud genoeg om zich de droom van het nieuwe
Zuid-Afrika te herinneren. Maar er is niets van alle beloften terechtgekomen. Daarom
doet ze mee als de winkels van buitenlandse winkeliers geplunderd worden. Zodra
je zelf een dader wordt, wordt je leven nooit meer zoals daarvoor. Juist doordat
ze zo gewoon is, voelen veel mensen zich door haar verhaal geraakt.’
In eigen woorden
Voor de
tekst heeft Shmukler gebruikt gemaakt
van transcripties van de oorspronkelijke interviews, compleet met aarzelingen
en gestamel. Hierin herinnert The Line aan
Antjie Krogs verwerking van de getuigenissen voor de Waarheidscommissie in Country Of My Skull en Kleur kom nooit alleen nie.
Aanvankelijk
had Shmukler het verhaal van een van de
slachtoffers door een journalist laten omzetten in een toneelstuk van ongeveer
twintig minuten. Het publiek reageerde onverschillig: het zoveelste
slachtofferverhaal – verdrietig, maar overbekend. Shmukler: ‘Toen besefte ik dat ik opnieuw
moest beginnen. Dat ik zelf de transcripties moest maken – een enorme klus. Het
gaat niet om míjn bewoordingen. Het gaat om hoe de mensen het zelf hebben
verwoord.’
Typerend
zijn de gesprekken met de persfotografe, die door alle verschrikkingen die ze
heeft gezien is gaan stotteren. Dit personage is geënt op een bekende
Zuid-Afrikaanse fotografe die jarenlang voor de Mail & Guardian heeft gewerkt. Terwijl ze met haar research
bezig was, kwam Shmukler de fotografe tegen
bij een congres over kunst en trauma in het Goethe Instituut in Johannesburg.
Luisterend naar alle bijdragen van Duitse kunstenaars die het nog steeds over
de Holocaust hadden, realiseerde Shmukler zich dat Zuid-Afrikaanse kunstenaars veel
minder bezig waren met de verwerking van het apartheidsverleden: ‘Wij willen
alleen maar doorgaan.’ Tijdens één van de vragensessies merkte de fotografe op dat
zich in Zuid-Afrika nog maar kort geleden ook een soort genocide had
voltrokken, en dat niemand daarover sprak. Shmukler zocht de fotografe op. ‘Tijdens ons tweede interview zei
ze: “Did I mention that the attacks broke me?” Toen realiseerde ik me
dat ze van toeschouwer was veranderd in een slachtoffer.’
Alle rollen
in The Line worden vertolkt door de twee
jonge actrices Khutjo Green en Gabi Harris, die door een subtiele aanpassing in
houding of stemtoon telkens in een ander personage veranderen. Aanvankelijk werden
de rollen van de daders door zwarte acteurs gespeeld. Schmuckler besefte echter
dat ze daarmee het stereotype in stand hield dat zwarte Zuid-Afrikaanse mannen
gewelddadig zouden zijn. ‘Terwijl ik tijdens mijn interviews juist had gemerkt
hoe onvoorstelbaar gewelddadig vrouwen kunnen zijn! De enige manier om genderclichés
te vermijden, was alle rollen door vrouwen te laten spelen.’
‘Stop de armoede’
The Line heeft twee en een half jaar lang
non-stop door Zuid-Afrika getoerd. Vaak werd de voorstelling gevolgd door een
nabespreking. ‘Ik heb gemerkt dat de mensen in ons land behoefte hebben aan dialoog’,
zegt Shmukler. ‘En toneel kan die gesprekken
op gang brengen.’
Voor het
xenofobische geweld ziet ze maar één oplossing: ‘Maak een einde aan de armoede
in ons land. Mensen leven onder erbarmelijke omstandigheden, ze hebben alle
hoop verloren, en Zuid-Afrika kent een lange traditie van geweld. Ik wil niet
goedpraten wat er gebeurd is. Maar als je genoeg te eten hebt en er in al je
basisbehoeften is voorzien, heb je geen reden om anderen aan te vallen.’