dinsdag 29 september 2020

“Niemand is cooler as ’n coloured vrou met ’n vuilkyk nie” – Nieuwe dichtbundel van Ronelda Kamfer

Deze recensie is eerder verschenen in het augustus-nummer van Spectrum

het online tijdschrift van het Zuid-Afrikahuis in Amsterdam.


De Zuid-Afrikaanse dichteres Ronelda S. Kamfer is in Nederland inmiddels geen onbekende meer. Sinds haar debuut zijn al haar poëziebundels in fraaie tweetalige uitgaven – links de oorspronkelijke tekst, rechts de Nederlandse vertaling door Alfred Schaffer – bij uitgeverij Podium verschenen: Nu de slapende honden (2010), Santenkraam (2012) en Mammie (2017). Een bezoek aan Nederland gaat gepaard met interviews in de landelijke kranten. In 2012 was Kamfer met haar echtgenoot, schrijver en illustrator Nathan Trantraal, te gast in het Zuid-Afrikahuis.




Zwakke mannen, sterke vrouwen

Eind 2019 verscheen in Zuid-Afrika Kamfers vierde dichtbundel, Chinatown, een kloeke verzameling van 44 nieuwe gedichten. Kamfers Nederlandse uitgeverij, Podium, verwacht een vertaling te kunnen uitgeven in de loop van 2021.

De bundel ontleent zijn titel aan het gelijknamige openingsgedicht. Het gedicht behelst een terugblik waaruit blijkt dat de dichter (‘ek’) als tiener opgenomen is geweest in een psychiatrische inrichting. Elke zondag komen haar ouders en zusje op bezoek en maakt het gezin een uitstapje naar winkelcentrum Chinatown, vol goedkope spullen en kitsch-ornamenten (zie Trantraals illustratie op de cover van het boek). De vader van het gezin beschouwt Chinatown als het ideale decor voor ‘family bonding’, moeder grijpt ‘vir reasons wat obscure is’ juist deze dag aan om naar dekbedovertrekken te zoeken, de zuster drinkt wodka uit wat er uitziet als een waterfles en de ‘ek’ verdooft zichzelf met kalmeringsmiddelen. Alle gezinsleden gaan wezenlijke communicatie uit de weg. Kortom: het familie-uitstapje is net zo nep als de omgeving.

De gedichten uit de bundel vormen geen strakke cyclus, maar het gezin uit het openingsgedicht keert regelmatig terug. Uit een aantal gedichten valt af te leiden dat de ‘ek’ in de inrichting beland is nadat zij door haar vader is misbruikt. Binnen het gezin is dat geen geheim: pa geeft schoorvoetend toe en moeder veegt haar echtgenoot de mantel uit. De vader is dus geen macho-figuur; hij komt zelfs een beetje sullig over. Hij is ‘Chinatown daddy’: ‘my pa volg die leftovers / van die wit man se toxic masculinity’, ‘die always-a-bridesmaid vir die bride van wit patriarchy’, ‘hy relate met [Chinatown se] fake wealth die shiny kak / wat jou oë brand en die reuk van uselessness’. Na de dood van de moeder verandert de relatie van de ‘ek’ met haar vader: hij – hulpeloos zonder zijn vrouw – wordt als een groot kind (‘’n lost boy sonder Peter Pan’), en de ‘ek’ de ouder. Voorin de bundel heeft Kamfer een citaat opgenomen van de Afro-Amerikaanse schrijver James Baldwin: ‘… the country is celebrating one hundred years of freedom one hundred years too soon’. Dat de vader zo’n zwakkeling is, suggereert Kamfer, is een erfenis van de apartheid: ‘pa’ is geconditioneerd door een geschiedenis van systematisch onderdrukking en vernedering. 

Tegenover zwakke bruine mannen als deze vader stelt Kamfer (naast een ontroerende ode aan Nathan Trantraal, sterk in zijn rust, wijsheid en liefde voor zijn gezin) het beeld van sterke bruine vrouwen zoals de moeder en de grootmoeder van de ‘ek’. De bundel bevat ook een aantal gedichten over de relatie van de ‘ek’ met haar eigen dochter. Ze leert haar kind om, net als zijzelf, ‘fearless’ te zijn, én ze bereidt haar voor op de harde werkelijkheid van het leven op de door bendegeweld verscheurde Kaapse Vlakte en een wereld gedomineerd door ‘white supremacy’. Het voorbeeld dat de ‘ek’ voor haar kind stelt is compromisloos, net als de ‘ouma’ in dít treffende vierregelige gedicht: ‘my ouma het / my geleer / om sorry te vra / nie sorry te sê nie’. 


Een plaats aan de tafel van de Afrikaanse literatuur


Net als in haar eerdere bundels is Kamfers poëzie in Chinatown genadeloos eerlijk, confronterend en provocerend. Haar stijl is opnieuw onopgesmukt, ingetogen, onderkoeld. Maar de teksten uit Chinatown zijn even indrukwekkend als Kamfers vroegere werk. Elk gedicht voelt als een klap in het gezicht. 

Ook de manier waarop Kamfer haar Afrikaans doorspekt met Engelse woorden is een statement. Kamfer woonde als kind bij haar grootouders op een appelboerderij in Grabouw. Het Afrikaans dat zij daar leerde, is meer standaard, niet het stadsplat van de Kaapse Vlakte, het Kaaps. Maar door haar gebruik van Engelse woorden en zinsneden (de citaten in dit artikel geven daar duidelijke voorbeelden van) identificeert Kamfer zich toch doelbewust met de mensen van de Vlakte.

 Sinds haar debuut is Kamfer uitgegroeid tot een rolmodel voor jonge bruine dichters. Ze bewees dat het mogelijk is om nationale en internationale erkenning te krijgen door in een taal die afwijkt van de standaardtaal aandacht te vragen voor de ontluisterende wreedheden die haar mensen moeten doorstaan.

Kamfer heeft een complexe verhouding met het overwegend witte Afrikaanse literaire establishment. Reeds in het openingsgedicht van Noudat slapende honde (2008) schreef ze: ‘Nou sit ek om ’n tafel / met my voorouers se vyande / Ek knik en groet bedagsaam / maar / êrens diep binne my / weet ek waar ek staan’. In Chinatown distantieert ze zich opnieuw van de literaire voormoeders waar critici haar zo graag mee vergelijken, zoals Sylvia Plath en Ingrid Jonker: ‘ek voel fokkol vir ’n wit vrou wat mooi gedigte / geskryf het in 1960s America // en ek voel nog minder vir een wat gedurende apartheid mooi gedigte geskryf het / my literêre heroes wen nie Generaal Hertzog-pryse nie’. (Zie ook het gedicht ‘straatmeid’ hieronder.) 

Sinds Kamfer het domein van de Afrikaanse literatuur openbrak, is er een nieuwe generatie jonge bruine dichteressen opgestaan, zoals Jolyn Philips, Shirmoney Rhode, Lynthia Julius en Veronique Bee Jephtas. Ook zij gaan compromisloos en ‘fearless’ hun eigen weg. Kamfer weigert zich te laten inpalmen door het witte literaire establishment, omdat ze zich bewust is van haar voorbeeldfunctie voor de jonge bruine vrouwen die na haar komen. Ze moet herkenbaar blijven. En uiteindelijk moet ook haar eigen dochter, Seymour, de wereld kunnen veroveren. 


straatmeid


moenie glo wat hulle van jou sê nie

moenie lees wat hulle lees nie

ketting hulle vas daar waar hulle hoort

Eybers in haar Vondelpark

Jonker aan die boom waarteen sy swastikas kerf

Cussons in haar swart kombuis

begrawe vir Dalene Matthee in haar Knysna-bos

moenie vriende maak met hulle kinders nie

onthou dat jou ma en pa nie jou

naam gegee het nie

onthou dat ’n wit vrou ’n wit man is

onthou waar jy vanaf kom

onthou daai elke dag

sodat niemand jou ooit hoef te remind nie


  • Luister hier naar een potgooi (podcast) van het radio-programma Vers en Klank waarin Ronelda Kamfer gedichten uit Chinatown voorleest (uitzending 14 april 2020).


Ronelda Kamfer, Chinatown. Kaapstad: Kwêla, 2019. ISBN: 9780795709500. 65 p., R200.